Mijn Burmezen lopen gewoon buiten, in tegenstelling tot hun voorouders.
Zulke voorouders leveren het prettige gevolg op dat het jachtinstinct nauwelijks meer aanwezig is. Als ze binnen zijn zou je dat niet zeggen want dan zitten ze met een klepperend bekje naar de voorbijvliegende vogels te kijken. En Pepijn kan zich nauwelijks bedwingen als hij vogels op de tv ziet en staat dan met twee poten tegen het scherm aan.
Maar buiten? Buiten gebeurt er nooit iets.
Vandaag zat ik te genieten van de rustige zondagmorgen. Lekker weer, overal bloemen, de poesjes die wat door de tuin keutelden, ver weg zacht gepraat bij de buren – kortom, een echt zondagmorgengevoel.
Tot ik in de verte mijn bruine Pientje aan zag komen lopen met zeer overtuigend iets in haar bek!
Uit de verte (en zonder bril) leek het een meesje. En als ik ergens een hekel aan heb is het aan een nog niet helemaal maar wel bijna dood vogeltje want wat moet je dan? Het uit zijn lijden verlossen maar dat kán ik niet. Mijn eerste reactie was dan ook om alle deuren dicht te doen want ze hebben een grote voorkeur voor het naar binnen brengen van hun prooi om hem daar te verstoppen voor slechte tijden.
Het bleek echter een piepklein muisje. En daar moest natuurlijk mee worden gespeeld! Dat is zo mogelijk nog erger dan een halfdood vogeltje want zo’n muisje in doodsangst schreeuwt het uit en uit ervaring weet ik dat dit uren kan duren. Dus Pientje naar binnen en het muisje buiten. Pepijn begreep niets van de commotie en deed geen enkele poging zich met het piepende muisje te bemoeien. Dat heb je met prijskatten… Dat begreep Pientje weer niet zodat ze nóg harder dan anders tegen hem begon te brommen De rustige zondagmorgen was opeens ver te zoeken.
Na een half uur mocht Pientje weer naar buiten om direct naar de plek te vliegen waar ze het muisje achter had moeten laten. Gelukkig had het muisje het hazenpad gekozen en bleek onvindbaar. Toch werd er minutieus gezocht, zelfs in de gieter.
Pepijn was het hele muisje allang weer vergeten en joeg weer op zijn vliegen en mugjes. Die zijn het enige waar hij achteraan zit en het de hele dag druk mee heeft.
Wat kan ik toch van die poesjes in de tuin genieten en wat gun ik het ze het ‘buitenleven’.
En wat geniet ik van mijn tuin die steeds mooier wordt en waarin ik weer zo lekker bezig ben. De jasmijn bloeit, altijd een hoogtepunt, zeker met de bloeiende geitenbaard die er onder staat en de macleya met hun blauw-groene bladeren. Het is en het blijft heel veel werk en de tuin is eigenlijk te groot voor me maar wat houd ik toch van dat buiten bezig zijn.
En de prijskatten?
Die slapen binnen na hun kat en muisspelletje waar ze nu misschien wel van dromen.